Datum: 2014 01 29
Bron: Peter Louter
Ex-wethouder Marisa Kes (Volendam|80) reageerde op haar ontslag door de gemeenteraad van Edam-Volendam met de mededeling dat ze naar huis is gestuurd door de ‘Edamse partijen’ (RTV-NH). Dat is een vals beeld. In de combinatie van VVD, GroenLinks en PvdA die het initiatief nam voor het ontslag, is alleen de laatste een overwegend Edamse partij.
Marisa Kes gaat na haar ontslag, volgens mijn informatie, verder als lijsttrekster van Volendam|80. Haar pikante uitspraak is zou de aftrap kunnen zijn van een weinig verheffende verkiezingsstrijd. Het is de vraag of een ontslagen wethouder de meest geschikte kandidaat is om de verkiezingsstrijd voor haar partij aan te voeren. Hetzelfde geldt trouwens voor de eveneens ontslagen wethouder Gina Kroon-Sombroek, die voor het CDA de lijst aanvoert.
Beide dames zeggen zich niet te herkennen in de lijst van bezwaren en aanmerkingen die ter rechtvaardiging van hun ontslag zijn aangevoerd. Daar zit een probleem. Beide dames geven daarmee te kennen de ogen en oren te sluiten voor de kritiek die op het college is uitgeoefend. Ze willen afgerekend worden op het feit dat ze hard hebben gewerkt. Hoewel dat beslist waar is, kan dat geen enkele rol spelen. Het moet blijven gaan over de wijze waarop ze (hard) gewerkt hebben. Het is dan ook de wijze van werken die ter discussie is gesteld.
Door hun opstelling dwingen de lijsttreksters van het CDA en Volendam|80 die verkiezingsstrijd in de richting van personen. Daarbij is Marisa Kes de meest uitgesprokene. In feite vraagt ze de Volendamse kiezers: ‘pikken jullie het dat ik door ‘Edammer’ partijen ben ontslagen?’.
En daarmee is de valse noot in de verkiezingsstrijd geïntroduceerd. Na haar ontslag gaat ze daar in de sociale media lustig mee door. Zo beweert ze dat ze alleen maar weg moest zodat de andere partijen hun handen vrij zouden hebben om ambtenaren in het NNHK te huisvesten. De boodschap die ze daar onbewust mee ventileert is: ‘nu kan ik het niet meer tegenhouden!’.
En daarmee is de valse noot in de verkiezingsstrijd geïntroduceerd. Na haar ontslag gaat ze daar in de sociale media lustig mee door. Zo beweert ze dat ze alleen maar weg moest zodat de andere partijen hun handen vrij zouden hebben om ambtenaren in het NNHK te huisvesten. De boodschap die ze daar onbewust mee ventileert is: ‘nu kan ik het niet meer tegenhouden!’.
Door een valse tegenstelling te creëren, ‘Edamse’ vijandigheid ten opzichte van Volendam, laat ze haar minachting zien voor de feiten. De kiezer krijgt oogkleppen op gedaan. Ik heb al vaker mijn misnoegen geuit over haar stijl die wat mij betreft omschreven kan worden met:
‘het doel heiligt de middelen’.
Het wethouderschap vergt dat het doel uiteindelijk wordt vastgelegd in een democratisch proces. Het proces kun je op inhoudelijke wijze of formele wijze invullen. In de stijl van Kes draait het om de formele invulling en verwaarloost ze het inhoudelijke deel omdat ze bij voorkeur het doel zelf bepaalt. Dat heeft dan ook een rol gespeeld bij haar ontslag.
Politieke macht vergaren door middel van valse tegenstellingen moet worden afgewezen als manipulatie van kiezers. Kes activeert de altijd sluimerende kommenstrijd voor politieke doeleinden. Ze schept verdeeldheid door in te spelen op sluimerende gevoelens door ten onrechte VVD en GroenLinks te kaderen als ‘Edammer’ partijen.
In werkelijkheid gaat het niet om uiteenlopende belangen van de kernen Volendam en Edam. Het werkelijke verschil gaat over uiteenlopende politieke stijlen. Die hebben de breuk en verdeeldheid veroorzaakt. De procedure om te komen tot een reconstructie van het dorpshart van Volendam speelt daarin een belangrijke rol. Kes had de neiging om haar legitimiteit bij de gemeenteraad te zoeken om daarmee belanghebbenden voor voldongen feiten te stellen. In dit geval corrigeerde de gemeenteraad haar en gaf haar de opdracht mee om bij het begin te beginnen. Ze luisterde niet, organiseerde schijninspraak en riep daarmee grote irritaties op de belanghebbende ondernemers en bij de meerderheid in de gemeenteraad.
Het is betreurlijk dat de collegepartijen CDA en Volendam|80 onvoldoende afstand hebben genomen van deze bestuursstijl. Ze waren er maar wat trots op dat deze wethouder dingen voor elkaar kreeg. Daarmee zijn ze mede verantwoordelijk geworden voor het in stand houden van de top-down-stijl van de wethouder die inspraak slechts als een te nemen hindernis zag. Als belanghebbenden zich tegen haar voorstellen keerden, bagatelliseerde ze de bezwaren en demoniseerde ze de bezwaarmakers. Dat is het nadeel dat top-down-beleid nu eenmaal met zich meebrengt.
Bij de laatste raadsvergadering kreeg ik van GroenLinks hun verkiezingsprogramma overhandigd. Dat begint met een pleidooi voor democratie, transparantie en integriteit. Inspraak moet vooraf plaatsvinden zeggen ze. Bij het hoofdstuk ‘Arbeid en Zorg’ vond ik een sympathiek pleidooi om de WirWarbar in gebruikt te gaan nemen als activiteitencentrum voor mensen met een beperking. Ik herinner me dat de CDA-wethouder dat in de gemeenteraad als eens op kribbige toon afwees omdat ze andere projecten op het oog had. Misschien is het wel een goed voorbeeld voor hoe dat aangepakt kan worden. Laten de belanghebbenden de verschillende mogelijkheden maar eerst beoordelen. Daarna kan een wethouder een beredeneerd voorstel voorleggen aan de gemeenteraad.
Partijen en raadsleden die de voorkeur geven aan een andere volgorde verdienen eigenlijk geen plaats in de gemeenteraad. Wat mij betreft mogen de verkiezingen over dat onderwerp gaan. Veel belangrijker dan de vraag in welke dependance ambtenaren worden gehuisvest.