woensdag 4 december 2013

Een Karikatuur Van Volendam Een Karikatuur Van Media

Al geruime tijd plaatst ook evodammer de kladbloks van journalist Peter Louter
In goed overleg met de auteur.

Niet omdat ik het altijd met hem eens ben (vaak niet) of omdat ik persoonlijke banden met hem heb.
(Hij vindt mij een beetje raar en dat is - heel gezellig - wederzijds. Daar kunnen we wel wat mee)

Maar iemand als Peter Louter is wel hier in EdamVolendam een van de weinigen die kans ziet de losse eindjes aan elkaar te knopen waar wij steeds maar over struikelen - verbindingen te leggen - verbanden te leggen die wij over het hoofd zien - complexe problemen inzichtelijk te maken en details op te duiken die ertoe doen. Hij doet dat met kennis van zaken en in een prettig-leesbare stijl.
Op zulke medeburgers moeten we héél zuinig zijn.

Om inzichtelijk te maken
wat ik bedoel
moet u maar even
10 seconden naar
dit plaatje kijken.

Stippen die komen
en stippen die gaan.
De realiteit is altijd anders
dan je denkt.

En dat is waar wij
Peter Louter's kladbloks
voor nodig hebben: om te zien
waar we zo vaak overheen kijken.



In voorgaande jaren verschenen de kladbloks van Peter Louter niet alleen op zijn eigen website www.hardewoorden.blogspot.com maar ook in de lokale krant De NIVO en op de lokale website
www.groot-waterland.nl.

Om redenen waar je alleen maar vraagtekens bij kunt stellen
is daaraan vorig jaar een eind gekomen.

Sommige lokale media selecteren blijkbaar de meningen.
Meningen die ze niet aanstaan worden geweigerd. Dat maakt verdacht.
Je krijgt het gevoel dat er mensen zijn die die media "in de zak" hebben
en dat deze informatiebronnen niet meer onafhankelijk zijn.

Onderstaand kladblok is eerst wel - toen weer niet - en nu weer wel op www.groot-waterland.nl geplaatst. (en dat soort gedoe is niet uniek)
Daar staan ook mooie reacties bij. Een aanrader !
Dat er - na veel discussie tussen webmaster en auteur - door de webmaster in geknipt is blijft vreemd.
Er is een stuk tussenuitgehaald door de webmaster omdat hij zich niet in de inhoud kon vinden.

evodammer vindt het een eng idee dat er hier in verschillende media in EdamVolendam blijkbaar sprake is van censuur en dat redacteuren van kranten en webmaster gaan bepalen wat we wel
of niet mogen lezen/weten.

Ik hoop maar dat we ook hier ter dorpe z.s.m. zover komen dat iedereen vrij-uit
een mening mag hebben (vermits deze voldoet aan de gebruikelijke regels
van correct taalgebruik - respect - wellevendheid en niet-anoniem zijn)
zonder daarvoor te worden bestraft met uitsluiting.

Het genoemde ontbrekende stuk staat natuurlijk wel op http://hardewoorden.blogspot.nl
en dus ook hieronder ( het is de alinea met de titel > "Mijn eigen appeltje" <)






datum: 4 december 2013

bron:  Peter Louter



http://hardewoorden.blogspot.nl


Een karikatuur van Volendam



Onder de titel ‘Volendam’ is een leugen, pakt de NRC in haar boekenbijlage van  29 november 2013, drie pagina’s lang uit om het boek van Boudewijn Smid: ‘Enclave Volendam’, te promoten.  De lezer krijgt van bespreker Geert Mak sappige teksten aangereikt. Maar waar Boudewijn Smid de wal al niet haalde met zijn boek, brengt Geert Mak de lezer nog verder van huis. Het is niet veel meer dan een karikatuur wat er overblijft van Volendam nadat de andere ‘Geert’ er zijn zure linkse plasje over heeft gedaan. Daar heb ik me behoorlijk aan gestoord.
Al twintig jaar wonend op Volendam, als echte ‘jas’ dus, leer ik nog bijna dagelijks de cultuur van Volendam beter te doorgronden. Wie als insider het boek van Boudewijn Smid leest, kan geen andere conclusie trekken dan dat het resultaat, voor iemand die zegt zich lang ondergedompeld te hebben en iedereen die er toe doet gesproken te hebben, eerder het gevolg is van slome journalistiek dan van ‘slow journalism’. Smid kan beslist schrijven, maar als journalist is hij volledig mislukt. Hij heeft gevonden wat hij vooraf zocht. De kern van het verhaal heeft hij in belangrijke mate gemist.

Harde cultuur
Volendam heeft een geheel eigen cultuur. Als je generaliseert zou je hem kunnen omschrijven als ‘republikeins, collectivistisch (daar hoort helaas roddels bij), hard en in een aantal opzichten conservatief. Je eigen broek ophouden is zo ongeveer het eerste gebod op Volendam. Luiheid of je hand ophouden wordt niet getolereerd. De enige manier om van een uitkering te mogen genieten is als je je kapot hebt gewerkt. Ook als je een academische titel hebt gehaald en nog geen baan hebt gevonden is het normaal dat je in de vis of de bouw aan de slag gaat.
De onderwijsemancipatie is op Volendam laat op gang gekomen. Tot in de jaren tachtig was er alleen een Mulo voor de echte slimmeriken. Toen in de jaren zestig er een tekort aan arbeiders kwam, moest men in Edam beroep doen op werknemers uit Marokko. Volendam kon ze in die tijd met nog grote gezinnen uit eigen gelederen leveren. Het nagenoeg ontbreken van ‘gastarbeiders’ wordt dan wel gezien als een teken van xenofobie, maar is dat dus niet. Mensen met een andere huidskleur zijn geen vreemd verschijnsel, al was het alleen maar vanwege het grote aantal uit Azië en Zuid-Amerika geadopteerde kinderen. Een uit Irak gevluchte arts is een geliefd huisarts geworden.
Onder elkaar trouwen was lang geen algemeen gebruik in de geschiedenis van Volendam. Dat werd het pas toen pastoor van der Weiden dat voor de tweede wereldoorlog  begon te propageren. Vermoedelijk was de katholieke zuil nergens zo sterk als op Volendam en dat liep volstrekt in de pas met de tijdgeest van die jaren.
Het zijn niet de enige dingen van belang die Smid gemist heeft. De Spaanse invloed in de genen van Volendammers is onbewezen en inderdaad, waarschijnlijk onwaar. Dat geldt niet voor de joodse invloeden. Wellicht een goed bewaard geheim, maar Smid heeft het volkomen gemist. Veel bekende zangers uit Volendam hebben bijvoorbeeld een gemeenschappelijke joodse voorvader. Dat staat ook in een van de boeken die Smid zegt te hebben gelezen.

Eerder competitief dan ambitieus
Het verhaal over het armlastige Volendam is een eigen leven gaan leiden, ik heb het ook wel echte Volendammers horen vertellen. Maar Volendammer historici kunnen aantonen dat het niet klopt. Natuurlijk was er in de loop der tijden armoede op Volendam, maar dat is nooit een algemeen beeld geweest. Ze leefden sober en tegelijk was er veel verborgen rijkdom. Historici wijzen met een knipoog op het goud van de Lutine, ook al een goed bewaard geheim dat Smid heeft gemist. Dat de armoede de felle ambitie van Volendammers verwekt zou hebben is een gemakzuchtige verklaring. Dan zouden alle regio’s in Nederland waar langdurige armoede heeft geheerst een ambitieuze bevolking moeten hebben voortgebracht.
De cultuur is ambitieus te noemen. Maar je moet kijken naar de enorme talentrijkheid van de Volendamse bevolking om die cultuur te kunnen verklaren. Met luiheid en halfheid wordt geen genoegen genomen, talent is iets om te ontwikkelen. De cultuur is dan eerder competitief dan ambitieus. Op Volendam moet je niet gek opkijken als een visboer vooral buiten Volendam bekend is als een van de begaafdste kalligrafen van Nederland. Je moet ook niet gek opkijken als een timmerman in zijn vrije tijd professionele kopiisten van Rembrandt naar de kroon steekt en daarnaast nog meervoudig Nederlands kampioen is in het kweken van kanaries. Door de komst van een VWO kunnen Volendammers tegenwoordig laten zien wat ze intellectueel in huis hebben. De grap gaat dat er op Volendam al geen straat meer is te vinden waar geen jurist woont. Ik weet niet of het klopt, maar het aantal academici, economen, bestuurskundigen, werktuigbouwkundigen, actuarissen, juristen, artsen, enzovoort is bovengemiddeld hoog. De vele HBO’rs laat ik dan nog buiten beschouwing. Het zijn dan ook niet alleen de bouwvakkersbusjes die de ‘vloot van rubber en blik’ uitmaken. Het aantal leaseauto’s overtreft ze gemakkelijk.





Mijn eigen appeltje
Zelf heb ik ook nog wel een appeltje te schillen met schrijver Boudewijn Smid en zijn uitgever Thomas Rap. Ik ben betrokken geweest bij een nasleep van de brand. Een onfrisse geschiedenis waarbij ex-burgemeester IJsselmuiden zijn schuld afschoof op een brandweerman. Smid vertelt dat verhaal, waarbij mijn naam ook wordt genoemd, aan de hand van een zeer partijdige getuige. Hij heeft niet de moeite genomen om het verhaal te controleren bij de meest betrokkenen om te voorkomen dat de feiten, door het grote aantal onjuistheden en omissies, fictie werden. Slome journalistiek in plaats van het ‘slow journalism’ waar Smid niet zonder pretenties adverteert.
Toch vond ik in het boek van Smid nog wel iets van mijn gading. Het verhaal over de socioloog die aan het werk werd gezet om de bestuurlijke ontvlechting van Edam en Volendam van degelijke argumenten te voorzien, was nieuw voor mij. Hij vertelt het als onderdeel van zijn verhaal over de zo genaamde ‘kommenstrijd’ tussen Edam en Volendam die een lange voorgeschiedenis heeft. Die kommenstrijd is al lang verleden tijd. Volendam heeft in bevolkingsaantal, maar ook veel andere opzichten Edam al lang overvleugeld. Wat blijft is het enorme cultuurverschil. Ik vermoed dat nergens in Nederland er twee zo sterk van elkaar verschillende bevolkingscentra te vinden zijn dan in de gemeente Edam-Volendam. Het verschil in cultuur veroorzaakt spanningen en daarover wordt zeker niet gezwegen. Het zijn vooral spanningen tussen dominante cultuurdragers. Op het niveau daaronder wordt veelal in alle gemoedelijkheid samengeleefd.



Op Volendam begint de victorie
Wie beweert dat Volendammers materialistisch zijn, kan ik moeilijk ongelijk geven. Het calvinisme dat de ziel en de geest boven het lichaam verkoos, heeft nooit vat op ze gekregen. Een zeker hedonisme is ze niet vreemd en het is ook niet vreemd dat Volendam onder meer bekend is geworden door zijn drugsgebruik. ‘Wat er ook gebeurt, het dorp zwijgt’, schrijft Mak. Als hij het beter had begrepen zou hij schrijven: ‘Wat er ook gebeurt, het dorp overdrijft alles en zwijgt tegen buitenstaanders’. Dat Mak een getuige aanhaalt die beweert dat tachtig procent aan de drugs zit, is een jammerlijke valkuil voor buitenstaanders. Tachtig procent is wel een heel groteske overdrijving. ‘Bij Volendam begint de victorie’, had hij ook kunnen schrijven. De beweging van ‘Moedige Moeders’ is in Volendam begonnen en het wegkijken bij of het ontkennen van drugsgebruik is inmiddels verleden tijd. Juist omdat men vond dat zwijgen niet langer gezond en acceptabel was. Vermoedelijk is de strijd tegen drugsgebruik nergens intensiever dan op Volendam. Dat begint vruchten af te werpen. Jongeren beginnen het steeds meer af te wijzen.

Gordijnen en Wilders
‘In de rij huisjes langs de dijk is geen gordijn gesloten, je staart recht in het rijke binnenleven van het dorp’. Mak citeert hier Boudewijn Smid die bij aankomst van Sinterklaas op de dijk was. Dat men in de huisjes op de dijk niets van het gebeuren wilde missen, kan de enige verklaring zijn dat de gordijnen open waren. Als Boudewijn Smid niet voornamelijk boeken had gelezen, niet brak op de dijk had rondgehangen en zijn tijd niet had doorgebracht met relatieve buitenstaanders, zou hij na zijn ‘onderdompeling’ hebben geweten dat op Volendam de gordijnen op een kiertje van hooguit 30 centimeter staan. Dan moet je erg je best doen om naar binnen te kijken. Dat heeft Boudewijn Smid dan ook niet gedaan. De meest wezenlijke dingen heeft hij gemist.
Dat Nederland bij de grote aanhang op Volendam voor Wilders aan de afkeer van allochtonen denkt, kan Nederland niet worden verweten. Dat verwijt geldt wel voor iemand die beweert zich lange tijd ondergedompeld te hebben in het Volendamse om ze te leren begrijpen. Volendammers haten geen allochtonen, ze haten uitkeringstrekkers die op kosten van het collectief leven. Ze haten bureaucratie en de overheid kan ze niet klein genoeg zijn. Ze haten vergaderen. Ze houden van poetsen, liefst op de meest efficiënte manier en daar zijn ze inventief in. Je deugt niet als je geen vrijwilligerswerk doet. Nergens in Nederland zijn per hoofd van de bevolking zo veel vrijwilligers actief.

Het geheim van de Dijk
Boudewijn Smid heeft er veel rondgehangen, maar het geheim van de Dijk is hem ontgaan. Vanaf de Dijk heb je uitzicht op de haven en het IJsselmeer. Anders dan bij veel andere haventjes en uitzichten op het water biedt de Dijk een aangenaam verblijf omdat de bebouwing beschutting biedt tegen alle soorten westenwinden. Die beschutting is uniek bij zo’n uitzicht. Volendammers en mensen van buiten strijken graag neer op een van de terrasjes. Op de Dijk verkoopt Volendam ook zijn verleden. Er zijn verschillende plaatsen waar je je in Volendams kostuum kunt laten fotograferen. Maar Volendam eert dat verleden ook. Dat verleden is geen leugen. Schilders uit heel Europa en ook uit Amerika kwamen naar Volendam omdat rond de vorige eeuwwisseling het portretteren van eenvoudige arbeidende mens in zijn eigen kenmerkende cultuur artistiek in de mode was. Het leven in die tijd speelde zich af rondom de Dijk en de Haven. Mogelijk is het toen pas tot de Volendammers door gaan dringen dat hun leven en cultuur minder vanzelfsprekend waren dan ze dachten.
Volendammers, het is een bijzonder volkje en zo is het. Hun leven is geen leugen zoals Mak beweert, want ze haten het  als je je anders of beter voordoet dan je bent. De leugens komen van ‘deskundigen’ die niet ophouden hun eigen vooroordelen op Volendam te projecteren en daar geld aan te verdienen. Ook dat kunnen ze op Volendam waarschijnlijk beter.

Bovenstaande tekst is als reactie op de boekbespreking van Geert Mak aan de redactie van de NRC verzonden.