
datum: 30 oktober 2013
bron: Peter Louter
http://hardewoorden.blogspot.nl

Hij was een van de insprekers bij het raadsdebat (17 oktober 2013)
in de raadszaal van Edam-Volendam. Hij had zo’n soort huisje
als hiernaast gekocht. Een bouwval min of meer.
Hij was van plan het af te breken en er een nieuw huis
voor in de plaats te bouwen. Zo deed men dat al jaren op Volendam.
Maar nu even niet meer.
Dat komt omdat men in Volendam een plan heeft. Het moet leuker worden voor de toeristen. Naast de voorgenomen grootschalige verbouwing van het winkelhart, moet daaromheen gedwaald kunnen worden en moet de toerist er kennis van kunnen nemen hoe het vroeger was. Pech dus voor de inspreker. Zijn bouwvallig eigendom werd door de gemeente als monument aan gewezen.
Natuurlijk ging hij in verzet. Schreef een uitvoerige brief. De ontvangst daarvan werd keurig bevestigd. Sindsdien is het al weer maanden stil gebleven. Hij diende ook een officieel bezwaar in. Dat was voorzien van een rapport van een deskundige die hem adviseerde de zaak te slopen en er geen cent meer in te steken. De gemeente weet dus dat het eigenlijk een hopeloze zaak is, maar is zelfs niet eens komen kijken. De inspreker voelt zich met een kluitje in het riet gestuurd en voelt zich opgezadeld met een uiterst kostbare aangelegenheid. Het overeind houden van een bouwval en juridisch kosten maken om zich met de hulp van een advocaat te blijven verzetten.
Mede aan de hand van dit voorbeeld was een grote meerderheid van de gemeenteraad bereid om het aanwijzen van monumenten nog enige tijd uit te stellen omdat er twijfel was aan de zorgvuldigheid en veel ‘slachtoffers’ zich niet gehoord voelden. Alleen de raadspartij VD|80 vond het een prachtig plan.
Wethouder Marisa Kes (de IJzige) van VD|80 was verrast dat de gemeenteraad zijn hakken in het zand zette. Er kunnen geen bouwleges worden geheven als het plan niet wordt goedgekeurd. En waarom zou het niet kunnen worden goedgekeurd? Alles is zorgvuldig gebeurd. We gaan onze reactie op de bezwaren niet wijzigen. Uitstel heeft geen enkele zin. Moeten we het dan over een maand weer anderhalf uur hier over hebben?
De gemeenteraad boog het hoofd. Maar de twijfel bleef. De woordvoerders van GroenLinks en Lijst Kras waren het duidelijkst. De wethouder kan dan wel zeggen dat er uiteindelijk weinig echte bezwaren zijn overgebleven, maar hoeveel bezitters van een woning die tot monument zijn aangewezen hebben het hoofd inmiddels moedeloos in de schoot gelegd omdat er toch niet tegen de gemeente valt op te boksen? Dat zouden er wel eens aardig wat kunnen zijn.
In dezelfde raadsvergadering kwam ook het probleem van de winkeliers in de Oude Kom van Volendam aan de orde. Zij hebben de nodige problemen met de parkeermaatregelen. Hun probleem komt voort uit dezelfde bron. De Oude Kom moet een toeristvriendelijk wandelcentrum worden.
Maar omdat de winkeliers zich hebben georganiseerd, zijn ze heel wat beter in staat om voor hun belang op te komen dan de grote groep van monumentbewoners. Omdat die niet zijn georganiseerd
en geen actie voeren om sterk te staan tegenover de gemeente, kunnen ze geen vuist maken.
Ik denk dat het ten opzichte van Edam bijvoorbeeld, een typisch Volendams probleem is. Dat de winkeliers zich georganiseerd hebben en actie voeren is niet zo gebruikelijk binnen de Volendamse cultuur. Dat kan alleen als er informele leiders naar voren komen die de eerste lijnen uitzetten. Dat zoiets niet vaak gebeurt, is niet verwonderlijk. In het politieke klimaat zoals dat al decennia bestaat, is het gebruikelijk dat zulke mensen informeel worden afgebrand door bestuur en politici. Ze worden gemarginaliseerd en er wordt stevig op de man gespeeld.
Je moet dus bepaald een dikke huid hebben
om zo’n rol aan te durven, want het is niet zonder risico’s.
Een aantal winkeliers kan daar over mee praten.
Hen is al het nodige in de schoenen geschoven.
Buiten de kringen van de macht zijn er altijd wel weer mensen bereid zulke vuurtjes aan te blazen, meelopers die het meeste vuile werk opknappen en helpen negatieve oordelen te verspreiden.
De alleenstaande inspreker van hierboven zal daar ook wel mee te maken hebben gekregen.
Het is naïef om te veronderstellen dat marginalisering niet werkt en geen indruk zou maken op raadsleden.
Het werkt en speelt een rol. In een situatie als deze beschouw ik het echter als behorend tot de taak van raadsleden om, als vertegenwoordigers van de bevolking , mensen met vergelijkbare problemen te stimuleren tot gezamenlijke acties.

Ooit heb ik gedacht dat VD|80 daar
als partij geschikt voor zou zijn. Maar deze partij is
al een aantal malen lelijk door het ijs gezakt.
Ze beschermt liever het college
en de eigen wethouder(s) daarin,
dan gevolg te geven aan hun motto:
‘De burger weer krachtig’.
Bij VD|80 is een ‘krachtige burger’ iemand die zijn leed
in stilte draagt en doet wat de wethouder behaagt.