05 juni 2013
Bron: Peter Louter -
Een Coalitie zou je kunnen vergelijken met een partnerschap. Een overeenkomst om gezamenlijke en afzonderlijke doeleinden te verwezenlijken. Om het partnerschap in stand te houden is er bereidheid vereist om te geven en te nemen. Die bereidheid maakt een coalitie bestendig.
Bij de aanvang van de coalitie (VD|80, CDA en PvdA) in Edam-Volendam waren de panden van het HHNK onderwerp van een compromis. Wel kopen, maar na afsplitsing van het vergadergedeelte weer verkopen. Sindsdien zijn de omstandigheden gewijzigd. Verkopen lukt niet. Dat roept de vraag op of het (financieel) verstandig is om vast te houden aan de oude plannen. Moet je principieel vast houden aan de oude plannen of je, door omstandigheden gedwongen, flexibel opstellen? Binnen de coalitie wist men dat probleem niet op te lossen. De PvdA en VD|80 kwamen recht tegenover elkaar te staan en de coalitie brak.
De PvdA dacht zich verzekerd te hebben van de steun van het CDA. Dat bleek niet het geval te zijn. Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 30 mei verweet de PVDA het CDA openlijk dat ze de boel belazerd hadden. Maar goedbeschouwd was het natuurlijk de PvdA die de boel heeft belazerd door achter de rug van VD|80 om met de andere coalitiepartner afspraken te willen maken.
Het verraad van de PvdA-fractie gaat verder. De fractie heeft de gewijzigde omstandigheden aangegrepen om haar eigen zin door te zetten en terug te nemen wat ze bij de coalitiebesprekingen had ingeleverd. Openlijk betwistte ze de cijfers van het college. Als ze binnen het college de steun van het CDA en de burgemeester zou hebben verworven, zou het haar zijn gelukt.
De opzet van de PvdA is mislukt omdat het CDA de coalitieafspraken trouw bleef. Dat deed ook de wethouder van de PvdA, Dorus Luijckx, en daarmee voltrok zich ook een breuk binnen de PvdA.
De oppositiepartij VVD haalde de angel uit het conflict door voor te stellen de beslissing uit te stellen. Daarmee konden de gebeurtenissen echter niet ongedaan worden gemaakt. De coalitie is uit elkaar gevallen en er is sprake van een crisis.
De breuk zat er al een tijdje aan te komen. Eerder stemde de Pvda-fractie al niet in met het collegevoorstel voor de reconstructie van het dorpshart van Volendam. Het moet VD|80 al wat langer dwars hebben gezeten dat de PvdA wat bedrevener bleek te zijn in het politieke spel en veel binnen wist te halen. Deze keer was het genoeg. De bekende druppel deed de emmer overlopen.
Vanuit mijn gezichtspunt hebben beide partijen, VD|80 en PvdA, zich gediskwalificeerd om op korte termijn opnieuw deel te nemen aan een college. Ze hebben een twistpunt tot buiten haar eigen proporties laten groeien en verdeeldheid gezaaid. De gemeenteraad zit met de brokken, want zo gemakkelijk is het niet om een nieuwe coalitie te vormen als beide brokkenmakers buiten beschouwing worden gelaten.
Het voorstel van de VVD om het college als een soort zakenkabinet verder te laten gaan om kosten voor wachtgeld uit te sparen, lijkt me niet goed doordacht te zijn. Die wachtgeldkosten zouden bij de komende gemeenteraadsverkiezingen toch wel komen. Dat dient dan ook te worden afgewogen tegen het probleem dat de gemeente verder moet met een kreupel college dat nog belangrijke besluiten moet voorbereiden.
Ik pleit daarom voor een nieuw minderheidscollege met de VVD als kern, aangevuld met GroenLinks en het CDA. De belangrijkste taak van dit college is een meer-jarenbegroting op te stellen en daarvoor een meerderheid te vinden in de gemeenteraad. Een tweede, meer delicate, taak zou dienen te zijn om de invloed van de 4e (ambtelijke) macht in kaart te brengen en terug te zetten naar de plaats die het hoort te hebben, dienstbaar aan de politiek.
Er zijn genoeg aanwijzingen dat de ‘vierde macht’ haar eigen agendapunten heeft die onder het vorige college kennelijk werden gedoogd. De omvang van het ambtenarenapparaat speelt daar een rol in en ik kan me niet onttrekken aan de indruk dat de ‘vierde macht’ een rol heeft gespeeld in het huisvestingsconflict en daarin ook verdeeld is.
Op de bestuurscultuur van de voorbije jaren is veel aan te merken. De autocratische stijl is lang gedoogd door de gemeenteraad. Een crisis betekent dat er zowel kansen als bedreigingen zijn. De kansen vragen om een vastberadenheid om het democratisch functioneren weer op het goede spoor te zetten.
Openheid, controleerbaarheid en integriteit zijn de kernwoorden waarvoor ik al weer een aantal jaren pleit. Er is een nieuwe wind nodig en een sterk overgangscollege kan die tot stand brengen. Een gezond politiek klimaat is uiteindelijk nog belangrijker dan een sluitende begroting.