Het is vannacht de kortste nacht van het jaar
Het begin van de zomer.
Daar merk je normaalgesproken niet echt veel van:
het is nauwelijks langer licht of eerder donker dan gisteren of morgen
Maar
vroeg of laat donker:
al jarenlang
steken wij
zomer en winter
elke avond bij ons op het plein
de lichtjes aanAls hoofd-lantaarn-opsteker (met vele invallers&assistenten) is het voor mij wel een kantel-moment.
Vanaf 21 december wordt deze taak steeds later op de dag uit te voeren
en vanaf nu dus steeds weer iets eerder.
Ik merk het ook aan het verbruik
Ik merk het ook aan het verbruik
De voorraad door de gezamenlijke buren (de een wat guller dan de ander) aangedragen
lampolie - kaarsen - waxinelichtjes slinkt allengskens sneller en sneller.Het is begonnen in de weken van de Stadsfeesten Edam650 in 2007
En gewoon niet meer gestopt.
Omdat iedereen - bewoners en bezoekers - er een goed gevoel over heeft.
Het buren-gevoel.Het Jacob Peteys Plein is hier vast niet uniek in.
Een paar kaarsjes - voor u misschien heel gewoon
voor ons heel bijzonder.
Wat doet u samen met uw buren
of
met uw buurtje ?
Uit: Le Petit Prince van Antoine de Saint-Exupéry (1943)
Hoofdstuk 14
De vijfde planeet was heel bijzonder. Het was de kleinste van allen.
Er was maar net genoeg ruimte voor één lantaarn en één lantaarnopsteker.
De kleine prins begreep maar niet waarvoor een lantaarn en een opsteker konden dienen
ergens in het luchtruim op een planeet zonder huis of bevolking.
Maar toch zei hij tot zichzelf:
ergens in het luchtruim op een planeet zonder huis of bevolking.
Maar toch zei hij tot zichzelf:
'Die man is misschien wel dwaas maar toch altijd minder dwaas dan de koning, de ijdeltuit,
de zakenman of de dronkaard. Zijn werk heeft tenminste zin.
de zakenman of de dronkaard. Zijn werk heeft tenminste zin.
Wanneer hij zijn lantaarn aansteekt, maakt hij als het ware een nieuwe ster of een bloem.
Als hij zijn lantaarn dooft slaapt de bloem of ster in. Het is een heel mooie bezigheid
en ook werkelijk nuttig, omdat het zo mooi is.'
en ook werkelijk nuttig, omdat het zo mooi is.'
Bij zijn aankomst op de planeet groette hij de lantaarnopsteker eerbiedig:
'Goede morgen. Waarom heb je zojuist de lantaarn uitgedaan?'
'Dat is voorschrift', antwoordde de lantaarnopsteker.
'Goede morgen.' - Wat is dat, een voorschrift?
'Nou, dat ik mijn lantaarn moet doven. Goedenavond.' En hij stak hem weer aan.
Maar waarom steek je hem nu weer aan?
'Dat is voorschrift', antwoordde de opsteker.
'Ik begrijp er niets van', zei de kleine prins.
Daar is niets aan te begrijpen. Voorschrift is voorschrift. Goede morgen. En hij doofde zijn lantaarn weer.
Toen veegde hij zich het voorhoofd met een roodgeruite zakdoek. - Het is een verschrikkelijk beroep. Vroeger ging het nog. 's Morgens deed ik de lantaarn uit en 's avonds weer aan.
De rest van de dag kon ik rusten en de rest van de nacht kon ik slapen.
De rest van de dag kon ik rusten en de rest van de nacht kon ik slapen.
En zijn de voorschriften dan na die tijd veranderd?
Nee, de voorschriften niet. Dat is juist de hele ellende.
De planeet is ieder jaar vlugger gaan draaien
maar de voorschriften zijn niet veranderd!
'En verder?' vroeg de kleine prins.
De planeet is ieder jaar vlugger gaan draaien
maar de voorschriften zijn niet veranderd!
'En verder?' vroeg de kleine prins.
Nu komt ze in één minuut rond en ik heb geen seconde rust.
Eenmaal per minuut moet ik de lantaarn aan en uitdoen !
'Dat is grappig! Dus bij jou duren de dagen een minuut ! '
Helemaal niet grappig', zei de lantaarnopsteker.
'We staan nu al een maand samen te praten.'
Een maand ? Ja, dertig minuten, dertig dagen ! Goedenavond. En hij stak zijn lantaarn weer aan.
De kleine prins keek hem aan en die lantaarnopsteker die zich zo trouw aan de voorschriften hield,
beviel hem wel.
Hij dacht terug aan de zonsondergang die hij vroeger opzocht door zijn stoel te verschuiven.
Hij wilde zijn vriend helpen: 'Weet je - ik ken een middel voor je om uit te rusten, wanneer je dat wilt...' '
beviel hem wel.
Hij dacht terug aan de zonsondergang die hij vroeger opzocht door zijn stoel te verschuiven.
Hij wilde zijn vriend helpen: 'Weet je - ik ken een middel voor je om uit te rusten, wanneer je dat wilt...' '
Dat wil ik altijd,' zei de lantaarnopsteker. 'Want men kan best nauwgezet én lui tegelijk zijn.'
De kleine prins ging voort:
'Je planeet is zo klein, dat je er in drie stappen omheen kunt lopen.
'Je planeet is zo klein, dat je er in drie stappen omheen kunt lopen.
Je moet zorgen zo langzaam te lopen dat je altijd in de zon blijft.
Als je uit wilt rusten, ga je lopen... en dan duurt de dag net zo lang als je zelf wilt.' '
Als je uit wilt rusten, ga je lopen... en dan duurt de dag net zo lang als je zelf wilt.' '
Daar ben ik niet mee geholpen', zei de lantaarnopsteker.
'Ik houd in het leven vooral van slapen.'
'Ik houd in het leven vooral van slapen.'
'Dat is pech', zei de kleine prins.
'Dat is net pech', zei de lantaarnopsteker. 'Goede morgen.' En hij doofde zijn lantaarn.
Terwijl het prinsje verder reisde bedacht hij, dat alle anderen op die lantaarnopsteker neer zouden zien:
de koning, de ijdeltuit, de dronkaard en de zakenman.
En toch is hij de enige, die ik niet belachelijk vind.
Misschien omdat hij zich met andere dingen dan met zichzelf bezig houdt.
Hij zuchtte van spijt en zei tot zichzelf:
'Dit is de enige, waarmee ik bevriend had kunnen raken.
Maar zijn planeet is heus te klein.
We hadden er nooit met zijn twee kunnen wonen...'
De kleine prins durfde zichzelf niet te bekennen, dat hij zo'n spijt had
over de gezegende planeet met haar veertienhonderdveertig zonsondergangen in vierentwintig uur.